******************************************************************************* AFDRUKKEN S.V.P. * AFDRUKKEN S.V.P. * AFDRUKKEN S.V.P. * AFDRUKKEN S.V.P. ******************************************************************************* S C O O T E R - P C B Demoversie 2.04 De demodiskette bevat een volledig functioneel programma. Alleen het opslaan van printontwerpen is niet mogelijk. U kunt dus naar hartelust alles proberen, inclusief afdrukken, plotten en de autorouter. Om Scooter-PCB zonder handleiding wat sneller te leren kennen, worden in de volgende tekst de menufuncties en de gehanteerde begrippen kort verduidelijkt. Ook is een practische oefening beschreven voor het ontwerpen van een kleine print met de demoversie. Het is aan te bevelen deze tekst af te drukken, want u kunt onmogelijk alles onthouden. Benodigde apparatuur: ===================== De demoversie van Scooter-PCB loopt op alle Atari-ST, -STE en -TT modellen met minstens 1 Megabyte RAM en een monochrome schermweergave van willekeurige grootte. TOS-versies 1.4 of hoger worden aanbevolen, maar zijn niet vereist. De diskettes: ============= Als u tot hier gevorderd bent, heeft u ofwel twee diskettes voor u, een programma- en een data-diskette, ofwel u heeft een map op de harddisk met de naam SCOOTER.PCB. De volgende programma's zijn aanwezig: SCOOTER.PRG - het hoofdprogramma Scooter-PCB PRINTER.PRG - het afdrukprogramma PLOTTER.PRG - het plotprogramma TRANSFER.PRG - een hulpprogramma voor het vertalen van verbindingenlijsten PLATINE.PRG - een omzetprogramma voor bestanden van PLATINE-ST Daarnaast zijn er nog twee mappen aanwezig, "MAKROS" en "PLATINEN". In de map "MAKROS" vindt u een selectie van de meer dan 500 meegeleverde componenten. In de map "PLATINEN" zitten enkele voorbeeld-prints en prints waarop een aantal van de meegeleverde componenten geplaatst is. De menufuncties: ================ Als u Scooter-PCB start, krijgt u de volledig menugestuurde gebruikers- interface op het scherm te zien. Vaak gebruikte functies hebben een plaats aan de linkerkant van het scherm, zodat ze snel bereikbaar zijn met de muis. De minder vaak benodigde functies zijn via de menubalk boven in het venster bereikbaar. Nu volgt een korte beschrijving van alle functies uit de menubalk: Desk: informatie over Scooter-PCB ===== Datei: ====== neue Platine: werkgeheugen leeg maken Platine laden: een printontwerp laden Platine sichern: een printontwerp opslaan (niet in de demoversie) sichern als...: onder een andere naam opslaan (niet in de demoversie) Verbindungsliste laden: een verbindingenlijst laden in Multiwire-formaat Datei l”schen: bestand wissen => Druckprogramm: omschakelen naar het afdrukprogramma PRINTER.PRG => Plotprogramm: omschakelen naar het plotprogramma PLOTTER.PRG Ende: programma-uitvoering stoppen Makro: ====== ... laden: een macro laden; linker muisknop: plaatsen; rechter muisknop: draaien ... laden zum Žndern: een macro laden, die dan bewerkt kan worden ... sichern: opslaan in macro-formaat Makro l”schen: een macro op de print verwijderen Name „ndern: een macro een naam geven (bijv. IC1) Wert „ndern: een macro een waarde geven (bijv. 100nF) SMD-Layerwechsel: overbrengen van een macro naar de andere kant van de print (bijv. een SMD-component van de soldeer- naar de componentenzijde) Raster: ======= sichtbar: achtergrondraster (grid, stramien) zichtbaar of onzichtbaar Einheit: eenheid kiezen voor de co”rdinatenweergave. Dit heeft niets te maken met de rastereenheid, alleen maar met de co”rdinaten die rechts in de menubalk zichtbaar zijn. Raster: 0.050: instellen van het grid. Als u op deze vermelding klikt, verschijnt een paneel waarmee u de gewenste gridwaarde kunt instellen. Hier kunt u ook waarden in millimeters opgeven, bijv. in de vorm "2.75mm". 0.001" : voorselectie van grids om snel te kiezen 0.500" Pins: ===== Namen sichtbar: namen van pins/SMD-pads zijn zichtbaar/onzichtbaar Aužendurchmesser: instellen van de diameter van de eilandjes Bohrdurchmesser: instellen van het boorgat van de eilandjes Pinform: kiezen van de vorm van een eilandje Aužendurchmesser: instellen van de diameter van de via's (doormetalliseringen) Bohrdurchmesser: instellen van het boorgat van de via's Viaform: kiezen van de vorm van een via SMD: instellen van de grootte van de SMD-pads Breite: breedte van de sporen instellen ======= Extras: ======= Textgr”že: grootte van de tekst instellen Text „ndern: bestaande tekst wijzigen Textgr”že „ndern: grootte van bestaande teksten wijzigen Leiterbahnbreite: breedte veranderen van bestaande wire-segmenten L”taugen „ndern: naderhand veranderen van pins/via's SMD-Pads „ndern: naderhand veranderen van SMD-pads Layer wechseln: element naar andere laag overbrengen met automatisch verwijderen van overbodige via's Spule erzeugen: maken van een koperbaan-spoel Puffergr”že: instellen van de grootte van de interne buffer Nullpunkt setzen: oorsprong van het co”rdinatenstelsel bepalen Dichte-Verteilung: dichtheid van de verbindingslijnen op de print tonen Statistik: statistische gegevens van de print Layer umbenennen: de momenteel actieve laag een andere naam geven Fllmuster „ndern: veranderen van het afbeeldingsraster van een laag Tabellen „ndern: hiermee kunnen de selecties in de pop-up menu's veranderd worden om vaak benodigde waarden bij de hand te hebben Voreinstellung: de standaardinstellingen van Scooter-PCB veranderen en opslaan. Zoekpaden voor bestanden wijzigen. Layer: laag selecteren om op te werken ====== Aanwijzing: u kunt altijd met de functietoetsen een andere laag selecteren, ook tijdens de uitvoering van een functie (bijv. "Wire"). Met F1 t/m F10 worden de lagen 1 t/m 10 gekozen, samen met de Shift-toets kiest u de lagen F11 t/m F20. Autorouter: =========== Ratsnest: verbindingslijnen zo kort mogelijk maken door alternatieve verbindingen te berekenen (reconnect) Einseitig: de autorouter moet op een eenzijdige print werken Doppelseitig: de autorouter moet op een dubbelzijdige print werken Router-Strategie: instellen van de hoeken (90 graden of 45-90 graden), voorkeursrichting en gewichtsfactor voor de voorkeursrichting Leiterbahn: breedte van het autorouter-spoor Abstand: de afstand die de autorouter in acht moet nemen tot andere elementen Raster: instellen van het raster voor de autorouter; 0.050" is standaard Route Platine: hele print routen; afbreken met de Escape-toets Route Bereich: alleen verbindingslijnen routen binnen het gemarkeerde gebied Route Signal: een volledig signaal routen. Rechter muisknop: rip-up. Route Luftlinie: een verbindingslijn routen. Rechter muisknop: rip-up. De functies in het zijmenu ========================== M-Load: zie "Makro/...laden" Reload: de meest recent geladen component opnieuw laden Window: zichtbaar gebied bepalen. Deze functie kunt u ook oproepen tijdens de uitvoering van een andere functie. Zoom: zichtbaar gebied vergroten Visible: laag zichtbaar/onzichtbaar maken Show: knipperende aanduiding van een signaal in zijn geheel Move: een element verplaatsen. Draaien met de rechter muisknop. M-Move: een macro verplaatsen. Draaien met de rechter muisknop. B-Move: een blok markeren en verplaatsen. Draaien met de rechter muisknop. Copy: elementen of macro's kopi‰ren Delete: een element verwijderen. Alleen mogelijk bij elementen die zichtbaar zijn. Met de rechter muisknop wordt een "verwijdering op proef" uitgevoerd. Rip-Up: een spoor verwijderen Split: splitsen van een wire-element Kreis: een cirkel maken. Rechter muisknop: met of zonder vulling. Rechteck: gevulde rechthoek plaatsen (bijv. voor versperringen) Text: tekst plaatsen. Rechter muisknop: draaien, spiegelen. Pin: pin plaatsen. Rechter muisknop: vorm veranderen. Via: via plaatsen. Rechter muisknop: vorm veranderen. SMD-Pad: SMD-pad plaatsen. Rechter muisknop: draaien. Wire: wire plaatsen. Rechter muisknop: hoek instellen. Spatiebalk: hoek spiegelen. Bij het wisselen van laag met de functietoetsen worden automatisch via's geplaatst. Route: handmatig routen van een verbinding, zoals bij "Wire" Signal: handmatig aangeven van de verbindingen met de muis Name: pin, SMD, signaal of macro een naam of een waarde geven Info: gegevens van een element tonen Fill: functie voor vlakvulling Mirror: tekst achteraf spiegelen Toetscommando's: ================ In principe kan elke menufunctie via het toetsenbord ingeschakeld en naar eigen wensen geconfigureerd worden. Hoe dat gaat staat in het volgende gedeelte. De hier vermelde toetscommando's zijn permanent: Escape: functie afbreken F1 t/m F10: lagen 1 t/m 10 kiezen Shift + F1 t/m F10: lagen 11 t/m 20 kiezen 1 t/m 5: zijmenu in kolom 1 t/m 5 kiezen Cursortoetsen: scrollen Shift + cursortoetsen: een vensterinhoud verder ClrHome: scherm opnieuw tekenen Shift + ClrHome: venster in zijn geheel opnieuw tekenen Spatiebalk: wire-hoek omklappen Return: wire-hoek kiezen Menu-samenstelling: =================== Als de menu's er bij u wat anders uitzien, is dat een illustratie van de gemakkelijke veranderbaarheid van de menu's. Als u op een menuvermelding klikt met ingedrukt gehouden Shift-toets, krijgt u een paneel te zien, waarop de menutitel en een aanwijzing die door Scooter-PCB opgevolgd moet worden, staan. Probeert u het volgende maar eens: - Zoek een vrije plaats in zijmenu 2. - Houd een Shift-toets ingedrukt en klik op die vrije plaats. - Vul bij "Mentitel:" de tekst "Wire 2mm" in. - Vul bij "Befehl:" de tekst "Wire 2.0MM" in. - Klik op het veld "Taste:" en druk op de toets "L". - Klik tenslotte op "OK". In het zijmenu staat nu de vermelding "Wire 2mm". Als u er met de muis op klikt, kunt u koperbanen van 2 mm breed leggen. Als u op de Escape-toets drukt, wordt de functie gestopt. U kunt de functie ook inschakelen met de toets "L". Voorbeeld: ontwerp van een print ================================ Laten we ervan uitgaan, dat u een schema klaar heeft en daarvoor een print wilt ontwerpen. Hoe kunt u dan het beste te werk gaan? 1. Onderzoek eerst, of alle componentenbehuizingen die u wilt gebruiken, al in de bibliotheek aanwezig zijn. Als dat niet het geval is, moet u die eerst defini‰ren. 2. De grootte van de print wordt vastgelegd, de componenten worden geplaatst en u geeft ze namen en waarden (bijv. IC1, 7400). 3a. U laat een verbindingenlijst lezen, die door een schematekenpakket is gegenereerd, of 3b. u laat een verbindingenlijst lezen, die met een tekstverwerker is opgesteld en daarna door het programma TRANSFER.PRG is vertaald, of 3c. u ziet af van een verbindingenlijst en legt de verbindingen vast met de functie SIGNAL van pin naar pin, of 3d. u tekent direct de sporen, zonder tussenkomst van verbindingen. 4. Routen van de verbindingen, hetzij handmatig, met de functie "Route", hetzij met de autorouter. 5. Afdrukken of plotten van het printontwerp. Deze werkwijze is alleen maar een grove schets om tot een goed resultaat te komen. Vanzelfsprekend is het mogelijk van de hier vermelde volgorde af te wijken. U kunt de componenten achteraf altijd nog verplaatsen, u kunt sporen verwijderen, aanvullende verbindingen leggen of welke andere actie dan ook uitvoeren. Oefening: routen van een print ============================== Op de datadiskette vindt u enkele voorbeelden van printontwerpen, die de verschillende stadia weergeven in het ontwerp van een print voor een 8031- microcontroller. 8031_1.PLT: print met componenten en omtreklijnen 8031_2.PLT: print met verbindingen 8031_3.PLT: print met sporen 8031_4.PLT: print met massavlak Een dergelijke print gaan we nu zelf ontwerpen. In het volgende gedeelte staan alle nodige aanwijzingen. Als u ergens moeilijkheden ondervindt, kunt u met de kant-en-klare ontwerpen verdergaan. 1. Bepalen van de grootte van de print: --------------------------------------- - Start SCOOTER.PRG nog een keer opnieuw om van een vaste uitgangspositie uit te gaan. Gebruik verder de data-diskette als u een disk nodig heeft. - Kies de laag "Platinengr”že" in het menu "Layer". - Klik op de vermelding "Wire" in het zijmenu. - Klik met de rechter(!) muisknop en stel de hoek voor de wire-segmenten in op 90 graden (2de symbool boven links). - Plaats de muiscursor ongeveer op het kruis dat de oorsprong aangeeft, en klik met de linker muisknop om het startpunt vast te leggen. We hebben een print nodig van ongeveer 10 cm lang en 8 cm breed. Als u de muiscursor in het venster verplaatst, wordt een rechthoekige lijn meegetrokken. De muisco”rdinaten worden rechtsboven in het venster in inches aangewezen. Klik met de muis op de menuvermelding "Raster/-Anzeige-Einheit-/mm". Nu staan de co”rdinaten in millimeters vermeld, het tekenstramien is echter ongewijzigd gebleven. - Plaats de muiscursor ongeveer op het punt X=100, Y=80. Dit punt ligt buiten het zichtbare bereik van het venster. Verschuif de vensterinhoud met de cursortoetsen, totdat u het gewenste punt kunt bereiken. - Als u alles goed heeft gedaan, hangt de baan nog steeds aan de muis. - Klik nu op het hoekpunt met de linker muisknop om de lijn vast te leggen. - Plaats de muiscursor terug op de oorsprong en geef daarop een dubbelklik. Het is weer nodig de vensterinhoud te verplaatsen. Als u alles tot zover met succes heeft voltooid, heeft u nu vier lijnen getekend die een rechthoek vormen. Deze lijnen staan op de laag "Platinengr”že" en vormen daardoor de omtrek van de print. De lagen zijn te vergelijken met transparante folies die op elkaar liggen. Elke laag heeft zijn eigen naam en zijn eigen functie. Bij de afdruk kunt u aangeven welke lagen afgedrukt moeten worden. - Klik op de vermelding "Window - Totale" of druk op de toetscombinatie Shift + ClrHome. De print wordt in zijn geheel zichtbaar. 2. Componenten laden: --------------------- Vervolgens moeten de benodigde componenten (behuizingen) geladen worden. De volgende onderdelen zijn nodig: Naam Waarde | Behuizing ----------------------------------------------------------------- IC1 8031 | IC\DIL40.MAC IC2 74LS373 | IC\DIL20.MAC IC3 27128 | IC\DIL28.MAC Q1 12MHz | ANALOG\QUARZ_S.MAC C1 30pF | ANALOG\C25.MAC C2 30pF | ANALOG\C25.MAC C3 10uF | ANALOG\ELKO25_S.MAC R1 8k2 | ANALOG\R100.MAC CON1 | STECKER\LST_1_16.MAC CON2 | STECKER\LST_1_O2.MAC - Klik op "M-Load" in het zijmenu. De itemselector verschijnt, waarmee u de eerste behuizing kunt laden. Kies de map "IC" en zoek daarin de behuizing DIL40.MAC. Laad deze met een dubbelklik. - U kunt de component nu met de muis verplaatsen en met de rechter muisknop draaien. Plaats het IC op een willekeurige plek met de linker muisknop. - Voer deze stappen uit voor alle benodigde componenten. - Nu moet u de componenten de juiste namen en waarden geven. - Kies in het zijmenu "Name" en in het pop-up-menu dat verschijnt, "Makro- Name". - Zet de muiscursor op het midden van een component en klik. In plaats van de vermelde naam (bijv. #1) vult u nu de juiste naam in (bijv. IC1). - Klik ook op de andere componenten en geef ook deze de juiste namen. - Voor het geven van waarden aan de componenten herhaalt u deze procedure, maar nu met de menufunctie "Name" - "Makro-Wert". - In normale gevallen zou u nu het ontwerp opslaan, om een uitgangspunt te hebben voor de volgende bewerkingen. Jammer genoeg gaat dat hier niet. 3. Verbindingenlijst laden: --------------------------- Nadat u de componenten heeft geladen, en ze namen en waarden heeft gegeven, kunt u de vooraf opgestelde verbindingenlijst laden. Het voert hier te ver om uit te leggen hoe u dergelijke lijsten kunt maken. Als u het niet heeft klaargespeeld om een printontwerp met de juiste componenten te fabriceren, kunt u simpelweg het reeds klare ontwerp "8031_1.PLT" laden. - Kies de functie "Datei / Verbindungsliste laden" en laad het bestand "8031.MLT" uit de map "PLATINEN". Als alle componenten de correcte namen gekregen hebben, wordt de verbindingenlijst gelezen en worden de verbindingen tussen de componenten aangegeven. De componenten kunnen nu met de functie "M-Move" nog verplaatst en gedraaid worden, om een optimale plaatsing te bereiken. Met de toets ClrHome forceert u een opnieuw tekenen van het schermbeeld. - Met de functie "Autorouter - Ratsnest" kunnen de lengtes van de verbindingen zo klein mogelijk gemaakt worden. In dit stadium zou u het ontwerp normaal weer opslaan, maar dat gaat nu eenmaal niet. 4. Print routen: ---------------- Ook als u nog niet tot hier gevorderd bent, kunt u het routen van de print proberen. Laad in dat geval het bestand "8031_2.PLT". - Vergroot een deel van de print met "Zoom". - Maak met de toets F1 de laag "L”tseite" de laag-in-bewerking. - Stel de gewenste spoorbreedte in (bijv. 0.016") in het menu "Breite". - Kies in het zijmenu "Route". - Klik met de muis op een willekeurige verbindingslijn. Vanaf het dichtstbijzijnde punt is nu een baan aangehecht aan de muiscursor. U kunt het andere eind van de baan met de muis plaatsen. - Leg nu de baan met de muis. Met de rechter muisknop kunt u de hoek instellen. Als u het einde van de verbindingslijn heeft bereikt, is de verbinding gevormd. - Kies een andere verbindingslijn en herhaal het proces. Als u tijdens het leggen van banen van laag wisselt, plaatst Scooter-PCB automatisch een via. Als u een wat grotere vergroting nodig heeft, kunt u op elk gewenst moment, ook tijdens het routen, de vergroting instellen met "Window - Vor". Dit is weliswaar ook mogelijk met "Zoom", maar hierdoor wordt de route-functie afgebroken. Met de cursortoetsen kunt u heel gemakkelijk het zichtbare gebied verschuiven. Als u hinder heeft van de nog steeds zichtbare lijnen van de componenten, kunt u de laag "Bauteile Bauteils." met "Visible" onzichtbaar maken. Vanzelfsprekend kan ook op ieder gewenst moment de breedte van het spoor veranderd worden met de menufunctie "Breite". Als u sporen wilt verwijderen, kunt u gebruik maken van de functie "Delete". Bij de eerste opdracht tot verwijderen wordt in plaats van de baan weer een verbindingslijn getekend. Als die ook moet vervallen, verschijnt er eerst een waarschuwing, om u er op attent te maken dat een signaal onderbroken wordt. Zulke waarschuwingen voorkomen bij "Route" en "Wire" ook dat onbedoelde verbindingen met andere signalen tot stand komen. Een andere, comfortabelere mogelijkheid om sporen te verwijderen, wordt geboden door de "Rip-Up"-functie. Hiermee wordt een compleet spoor tussen twee soldeereilandjes in een verbindingslijn omgezet. Voor het verplaatsen van objecten, zoals sporen, kunt u gebruik maken van de functie "Move". Om de autorouter te proberen klikt u eenvoudig op de menuvermelding "Autorouter - Route Platine". Als er nog verbindingslijnen aanwezig zijn, zal de autorouter ze zo mogelijk in sporen omzetten. Als u wat meer wilt oefenen met de autorouter, kunt u het bestand "8031_2.PLT" laden en daarmee aan het werk gaan. Ook de massavlak-functie kunt u gebruiken. Laad daarvoor het printontwerp "8031_3.PLT" en activeer de functie "Fill" in het zijmenu. Kies met het paneel "Fl„che anlegen" en teken eerst de omtrek van het te vullen vlak, bijv. ter grootte van de hele print. Als u een dubbelklik geeft op het eindpunt van de veelhoek, wordt het tekenen be‰indigd. Kies dan nogmaals de functie "Fill", stel de gewenste parameters in (of laat de waarden zoals ze zijn) en start met "OK". Na enige tijd rekenen ziet u het resultaat dan op het scherm. 5. Afdrukken/plotten van het printontwerp: ------------------------------------------ Om een printontwerp af te drukken of te plotten moet u het programma PRINTER.PRG, resp. PLOTTER.PRG starten. Helaas kunt u de zojuist ontworpen print niet afdrukken, want het opslaan is in de demoversie niet mogelijk. U kunt echter wel een van de voorbeeldontwerpen laden en de gebruikte printer of plotter instellen. Met het middelste veld kunt u bepalen, welke laag afgedrukt moet worden. Als er ook nog andere lagen mee moeten worden afgedrukt, kunt u die aangeven in het veld rechts. Witte letters in een zwart veld geven aan dat die laag wordt afgedrukt. U schakelt om tussen afdrukken en niet afdrukken door een klik op de betreffende naam te geven. Als u dan in de onderste regel de juiste uitgangspoort aangewezen hebt, zou alles met een klik op "Drucken" of "Plotten" moeten functioneren. Tenslotte: ========== Helaas is hier maar gelegenheid om een fractie van de mogelijkheden van Scooter-PCB te beschrijven. U krijgt natuurlijk veel meer informatie aangeboden in de handleiding van het volledige programma, die uit ongeveer 150 pagina's bestaat. Als u nog vragen heeft bij het werken met Scooter-PCB, kunt u ons bereiken onder: HK-Datentechnik Hubert Kahlert Heerstraže 44 D-41542 Dormagen Germany Tel.: +49 02133 - 91244 Fax: +49 02133 - 93319 Wij wensen u veel plezier bij het werk met Scooter-PCB! - Hubert Kahlert - De volledige versie van Scooter-PCB kunt u voor DM 279,- excl. porto en verpakking bij ons bestellen. Definitie van enkele begrippen: =============================== Mil: 1 Mil = 1/1000 inch = 0,0254 mm is het basisstramien van Scooter- PCB Pin: Pins zijn soldeereilandjes voor componenten. De diameter ervan en de diameter van het boorgat zijn instelbaar tot 255 Mil. Er kan gekozen worden uit de vormen vierkant, cirkel, achthoek en langwerpig. Een pin kan een naam krijgen van maximaal 8 tekens. Via: Met een via wordt een verbinding bedoeld tussen twee koperlagen. Verder lijkt deze op een pin, maar hij kan geen naam krijgen. SMD: Een SMD-pad is een rechthoekig vlakje voor een surface mounted component. De maximale grootte is 255 Mil bij 255 Mil. Er kan een naam aan gegeven worden. Wire: Een wire is een lijn, die gebruikt kan worden voor printsporen, omtrekken van behuizingen, de omtrek van de print, enz. De functie van een wire is afhankelijk van de laag waarop deze is geplaatst. De breedte kan ingesteld worden tot 255 Mil. Layer: Scooter-PCB onderscheidt 20 logische lagen. Daaronder vallen: L”tseite: - onderkant van de print (koperzijde) Bauteilseite: - bovenkant van de print (componentenzijde) L”tauge: - hierop komen de pins Durchkontaktierung: - hierop komen de via's Luftlinie: - verbindingslijnen die een signaal aangeven Bauteil Bauteilseite: - afbeelding van componenten op de componentenzijde Bauteil L”tseite: - afbeelding van componenten op de koperzijde (bijv. SMD's) Platinengr”že: - omtrek van de print Sperrfl„che L”tseite: - versperringen voor de autorouter op de koperzijde Sperrfl„che Bauteilseite: - versperringen voor de autorouter op de componentenzijde Sperrfl„che Durchkontakt.: - versperringen voor de autorouter voor het plaatsen van via's Element: Ter beschikking staan de grafische elementen pin, via, wire, rechthoek, cirkel, tekst en SMD-pad. Uit deze elementen worden printontwerpen en macro's samengesteld. Een element komt altijd op een bepaalde laag te staan. Raster: De zichtbare stramienpunten dienen als "ophangpunten" voor elementen. Makro: Een macro is een groep bij elkaar horende elementen. Met macro's kunnen componenten gedefinieerd worden, die dan naar wens in printontwerpen kunnen worden opgenomen. Signal: Een signaal is een samenhangende groep elementen, die dezelfde electrische potentiaal hebben. Daaronder vallen pins, via's, sporen en verbindingslijnen. Aan een signaal kunt u een naam geven, bijv. "GND". DRC: Door het Design-Rule-Check-mechanisme (DRC) worden kortsluitingen tussen twee signalen herkend. Het onderbreken van een signaal heeft eveneens een waarschuwing tot gevolg. Deze demodiskette is public domain en mag alleen zonder kosten te berekenen verspreid worden. De op de diskette aanwezige bestanden zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen niet worden veranderd. Scooter-PCB is ontwikkeld met GFA- Basic V3.6 en de Turbo-Ass-assembler.